http://www.bs-vuurvlinder.nl/pages/Organisatievormen.php
Kernwaarden EGO
Welbevinden
Welbevinden zegt iets over hoe het met je gaat.
Het ontstaat wanneer de situatie tegemoet komt aan de basisbehoeften, wanneer kinderen beschikken over een positief zelfbeeld (zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde) en wanneer kinderen verbinding maken met zichzelf. Hoog welbevinden is voorwaarde voor een goede sociaal-emotionele ontwikkeling.
Als klas ben je verbonden met iedereen: de leerlingen, leerkrachten en ouders. Dit zie je terug in de kringen. Daar hoor je zo iets over. Als klas is het 1.
Welbevinden herken je onder andere aan signalen als voldoening, genieten, plezier beleven, ontspanning, innerlijke rust tonen, energiek, weerbaar en assertief zijn.
Betrokkenheid
Betrokkenheid zegt iets over hoe je het doet. Het is een bijzondere vorm van activiteit die zich laat herkennen aan geconcentreerd, aangehouden en tijd vergeten bezig zijn.
Betrokkenheid ontstaat wanneer de activiteit aansluit bij de exploratiedrang en wanneer de activiteit zich aan de grens van de individuele mogelijkheden begeeft.
De leerling gaat altijd uit van eigen kracht. Wanneer de activiteit te moeilijk wordt, schakelen de kinderen de leerkracht in.
Signalen waaraan je betrokkenheid onder andere herkent zijn: energie, creativiteit, complexiteit, nauwkeurigheid, mimiek en houding, concentratie en doorzetten.
Kringen. Alles wordt in de kring gedaan. Kring, weekopening, maandsluiting, voor het rekenen, na het rekenen terug in de kring en zo weer door naar de andere delen van de dag.
Contractwerk. Alle kinderen krijgen een weekcontract waarin de taken staan die de kinderen moeten uitvoeren. De leerling neemt hier eigen verantwoordelijkheid voor om deze af te krijgen. Natuurlijk staan er wel maatregelen tegenover wanneer kinderen dit niet afkrijgen.
Projectwerk.
Spreekbeurten bijvoorbeeld. Kinderen mogen zelf hun thema kiezen om te presenteren. Vaak in 2-tallen(verbondenheid). Wel staan er eisen tegenover die keuze.
Bijvoorbeeld: een kind wilde zijn spreekbeurt over de playstation gaan houden. Dit werd niet goedgekeurd door de leerkracht. Het is de bedoeling dat kinderen een spreekbeurt geven waar ze nog niets over weten vooraf en voordat de presentatie begint zijn ze expert in hun onderwerp/thema.
Atelier
Om de 2 weken worden er ateliers aangeboden door leerkrachten. Alle kinderen vanaf groep ¾ kunnen zich hiervoor inschrijven. De klassen zitten dus door elkaar.(Verbondenheid>> school samen). Ouders worden ingezet om een atelier te leiden.
We geven dadelijk een voorbeeld bij een atelier waar ze sushi hebben gemaakt.
Vrije keuze
Kinderen mogen 1x in de week een eigen activiteit bedenken om die uit te voeren. Dat mag niet zomaar een activiteit zijn. Kinderen worden gevraagd om vrijdag in te vullen wat ze gaan doen om vervolgens die activiteit dinsdag te kunnen uitvoeren. Wanneer ze vrijdag invullen wat ze gaan doen, moeten ze een plan van aanpak hebben wat ze gaan doen.
Bijvoorbeeld: kinderen wilden taart bakken> stappenplan
voetbaltoernooi organiseren> stappenplan
Foto’s: Kring
Atelier: moeder leidinggevende bij sushi maken. Kinderen die zich daarvoor hebben ingeschreven.
Filmpje: je ziet dat de kinderen voor de activiteit in de kring starten. Daarna gaat de leerkracht dingen benoemen die te maken hebben met betrokkenheid en welbevinden.
Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is het belangrijk dat kinderen niet altijd in dezelfde samenstelling of alleen met leeftijdsgenoten samenwerken.(Ateliers> alle klassen door elkaar. Jong leert van oud en oud leert van jong. (Verantwoordelijkheid>ontwikkeling) Kinderen leren van elkaar en helpen elkaar bij de ontwikkeling op verschillende gebieden. Dit kan uiteraard door kinderen van dezelfde leeftijd. Maar juist kinderen van verschillende leeftijden hebben elkaar weer wat anders te bieden.
Vrij initiatief.
Kinderen moeten kunnen laten zien in activiteiten dat ze zich kunnen onderscheiden van de rest.
Leer lesdoel benoemen: voorbeeld taart maken/toernooi
Eerst feedback van de kinderen op zichzelf. Daarna feedback met leekracht>analyse. Vanuit die analyse leren kinderen wat goed gaat en wat ze kunnen verbeteren de volgende keer
Kinderen worden begeleid door de leerkracht in het proces zich te ontwikkelen tot een respectvol individu met zelfvertrouwen.
Verbondenheid
Ateliers die worden aangeboden/vrij initiatief
Bult speelplaats: leerlingenraad wilde een speelactiviteit op de speelplaats> directeur vond dit goed, maar liet de kinderen zelf een plan van aanpak maken.> kinderen schakelden ouders in om samen een plan te maken. Zo werd er een betonnen rioleringsbuis gelegd en daarop zand gestort, planten gezet en glijbanden op gemaakt.
Onze prezi:
https://prezi.com/7kbnoeaz5z02/edit/#4_95982358
Kernwaarden EGO
Welbevinden
Welbevinden zegt iets over hoe het met je gaat.
Het ontstaat wanneer de situatie tegemoet komt aan de basisbehoeften, wanneer kinderen beschikken over een positief zelfbeeld (zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde) en wanneer kinderen verbinding maken met zichzelf. Hoog welbevinden is voorwaarde voor een goede sociaal-emotionele ontwikkeling.
Als klas ben je verbonden met iedereen: de leerlingen, leerkrachten en ouders. Dit zie je terug in de kringen. Daar hoor je zo iets over. Als klas is het 1.
Welbevinden herken je onder andere aan signalen als voldoening, genieten, plezier beleven, ontspanning, innerlijke rust tonen, energiek, weerbaar en assertief zijn.
Betrokkenheid
Betrokkenheid zegt iets over hoe je het doet. Het is een bijzondere vorm van activiteit die zich laat herkennen aan geconcentreerd, aangehouden en tijd vergeten bezig zijn.
Betrokkenheid ontstaat wanneer de activiteit aansluit bij de exploratiedrang en wanneer de activiteit zich aan de grens van de individuele mogelijkheden begeeft.
De leerling gaat altijd uit van eigen kracht. Wanneer de activiteit te moeilijk wordt, schakelen de kinderen de leerkracht in.
Signalen waaraan je betrokkenheid onder andere herkent zijn: energie, creativiteit, complexiteit, nauwkeurigheid, mimiek en houding, concentratie en doorzetten.
Kringen. Alles wordt in de kring gedaan. Kring, weekopening, maandsluiting, voor het rekenen, na het rekenen terug in de kring en zo weer door naar de andere delen van de dag.
Contractwerk. Alle kinderen krijgen een weekcontract waarin de taken staan die de kinderen moeten uitvoeren. De leerling neemt hier eigen verantwoordelijkheid voor om deze af te krijgen. Natuurlijk staan er wel maatregelen tegenover wanneer kinderen dit niet afkrijgen.
Projectwerk.
Spreekbeurten bijvoorbeeld. Kinderen mogen zelf hun thema kiezen om te presenteren. Vaak in 2-tallen(verbondenheid). Wel staan er eisen tegenover die keuze.
Bijvoorbeeld: een kind wilde zijn spreekbeurt over de playstation gaan houden. Dit werd niet goedgekeurd door de leerkracht. Het is de bedoeling dat kinderen een spreekbeurt geven waar ze nog niets over weten vooraf en voordat de presentatie begint zijn ze expert in hun onderwerp/thema.
Atelier
Om de 2 weken worden er ateliers aangeboden door leerkrachten. Alle kinderen vanaf groep ¾ kunnen zich hiervoor inschrijven. De klassen zitten dus door elkaar.(Verbondenheid>> school samen). Ouders worden ingezet om een atelier te leiden.
We geven dadelijk een voorbeeld bij een atelier waar ze sushi hebben gemaakt.
Vrije keuze
Kinderen mogen 1x in de week een eigen activiteit bedenken om die uit te voeren. Dat mag niet zomaar een activiteit zijn. Kinderen worden gevraagd om vrijdag in te vullen wat ze gaan doen om vervolgens die activiteit dinsdag te kunnen uitvoeren. Wanneer ze vrijdag invullen wat ze gaan doen, moeten ze een plan van aanpak hebben wat ze gaan doen.
Bijvoorbeeld: kinderen wilden taart bakken> stappenplan
voetbaltoernooi organiseren> stappenplan
Foto’s: Kring
Atelier: moeder leidinggevende bij sushi maken. Kinderen die zich daarvoor hebben ingeschreven.
Filmpje: je ziet dat de kinderen voor de activiteit in de kring starten. Daarna gaat de leerkracht dingen benoemen die te maken hebben met betrokkenheid en welbevinden.
Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is het belangrijk dat kinderen niet altijd in dezelfde samenstelling of alleen met leeftijdsgenoten samenwerken.(Ateliers> alle klassen door elkaar. Jong leert van oud en oud leert van jong. (Verantwoordelijkheid>ontwikkeling) Kinderen leren van elkaar en helpen elkaar bij de ontwikkeling op verschillende gebieden. Dit kan uiteraard door kinderen van dezelfde leeftijd. Maar juist kinderen van verschillende leeftijden hebben elkaar weer wat anders te bieden.
Vrij initiatief.
Kinderen moeten kunnen laten zien in activiteiten dat ze zich kunnen onderscheiden van de rest.
Leer lesdoel benoemen: voorbeeld taart maken/toernooi
Eerst feedback van de kinderen op zichzelf. Daarna feedback met leekracht>analyse. Vanuit die analyse leren kinderen wat goed gaat en wat ze kunnen verbeteren de volgende keer
Kinderen worden begeleid door de leerkracht in het proces zich te ontwikkelen tot een respectvol individu met zelfvertrouwen.
Verbondenheid
Ateliers die worden aangeboden/vrij initiatief
Bult speelplaats: leerlingenraad wilde een speelactiviteit op de speelplaats> directeur vond dit goed, maar liet de kinderen zelf een plan van aanpak maken.> kinderen schakelden ouders in om samen een plan te maken. Zo werd er een betonnen rioleringsbuis gelegd en daarop zand gestort, planten gezet en glijbanden op gemaakt.
Onze prezi:
https://prezi.com/7kbnoeaz5z02/edit/#4_95982358