Wat is dat, het SBO?
Voor kinderen die in het basisonderwijs niet goed tot hun recht komen en dus meer of andere zorg nodig hebben, is er het speciaal basisonderwijs.
Vroeger bestonden voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen de LOM - scholen en voor moeilijk lerende kinderen de MLK-scholen. Voor de nog jongere kinderen bestond de afdeling "In hun ontwikkeling bedreigde kleuters" (IOBK) Deze schoolsoorten vallen nu allemaal onder dezelfde noemer: scholen voor speciaal basisonderwijs, ofwel sbo. |
|
Het verschil tussen SO en SBO
Niet alle ouders weten dat er een verschil is tussen speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Als al bekend is bij ouders dat er een verschil is tussen deze twee, is vaak nog onduidelijk wat dit verschil precies inhoudt. Zelfs scholen gebruiken de termen wel eens door elkaar. Wij zullen nu in vogelvlucht het verschil tussen het SBO en SO uitleggen.
Scholen voor speciaal onderwijs (so) zijn er voor leerlingen die lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapt zijn en voor leerlingen die psychische problemen of gedragsproblemen hebben. Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) vallen niet onder het speciaal onderwijs. Het betreft hier lichtere problematiek dan de problematiek waar leerlingen op het speciaal onderwijs mee te maken hebben. Op de Petrus Dondersschool (conferentie) had 1/3 van de kinderen ADHD, 1/3 dyslexie en ¼ een andere stoornis. Het speciaal basisonderwijs biedt onderwijs aan leerlingen die zich op het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen. In het speciaal basisonderwijs gelden dezelfde kerndoelen als in het regulier onderwijs. Kerndoelen bepalen het onderwijsaanbod en het niveau van kennis en vaardigheden die leerlingen moeten opdoen. Leerlingen die naar het speciaal basisonderwijs gaan krijgen extra ondersteuning om deze doelen te bereiken. Het speciaal basisonderwijs wil dat zoveel mogelijk leerlingen na groep 8 doorstromen naar regulier voortgezet onderwijs. Soms lukt dit niet, dan kan een leerling doorstromen naar het speciaal voortgezet onderwijs of praktijkonderwijs.
Scholen voor speciaal onderwijs (so) zijn er voor leerlingen die lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapt zijn en voor leerlingen die psychische problemen of gedragsproblemen hebben. Scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo) vallen niet onder het speciaal onderwijs. Het betreft hier lichtere problematiek dan de problematiek waar leerlingen op het speciaal onderwijs mee te maken hebben. Op de Petrus Dondersschool (conferentie) had 1/3 van de kinderen ADHD, 1/3 dyslexie en ¼ een andere stoornis. Het speciaal basisonderwijs biedt onderwijs aan leerlingen die zich op het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen. In het speciaal basisonderwijs gelden dezelfde kerndoelen als in het regulier onderwijs. Kerndoelen bepalen het onderwijsaanbod en het niveau van kennis en vaardigheden die leerlingen moeten opdoen. Leerlingen die naar het speciaal basisonderwijs gaan krijgen extra ondersteuning om deze doelen te bereiken. Het speciaal basisonderwijs wil dat zoveel mogelijk leerlingen na groep 8 doorstromen naar regulier voortgezet onderwijs. Soms lukt dit niet, dan kan een leerling doorstromen naar het speciaal voortgezet onderwijs of praktijkonderwijs.
Kenmerken
- leerlingen worden minder geprikkeld door kleinere klassen en een rustiger lokaal.
- Een gemiddelde groepsgrootte van 14-15 kinderen
- Er wordt echt naar het niveau van het kind gekeken
- Groepsverdeling: onderbouw, middenbouw, bovenbouw ( geen groep 1,2,3 etc.)
- De leerkrachten hebben een extra opleiding moeten volgen na de pabo.
- Naast groepsleerkrachten is er ook veel extra ondersteuning. (Logopedist, orthopedagoog, PAB'ers etc.)
- Een gemiddelde groepsgrootte van 14-15 kinderen
- Er wordt echt naar het niveau van het kind gekeken
- Groepsverdeling: onderbouw, middenbouw, bovenbouw ( geen groep 1,2,3 etc.)
- De leerkrachten hebben een extra opleiding moeten volgen na de pabo.
- Naast groepsleerkrachten is er ook veel extra ondersteuning. (Logopedist, orthopedagoog, PAB'ers etc.)
Uitgangspunten
1. Proberen niet in problemen te praten maar in mogelijkheden.
2. Zoveel mogelijk leerlingen door laten stromen naar het regulier middelbaar onderwijs.
3. Zoveel mogelijk leerlingen van het SO naar het SBO laten komen.
2. Zoveel mogelijk leerlingen door laten stromen naar het regulier middelbaar onderwijs.
3. Zoveel mogelijk leerlingen van het SO naar het SBO laten komen.
Petrus Donderschool
Wij gaan ervan uit dat alle kinderen speciaal zijn en dus een stukje speciale aandacht kunnen gebruiken. Dat is zo op elke basisschool. Soms betekent dat “speciale” een manier van onderwijs die de gewone basisscholen niet kunnen leveren. Een kind kan bijvoorbeeld erg zwak zijn in taal of rekenen of het kan juist moeilijk tot samen spelen komen of is het erg druk en onrustig. De kwaliteit die nodig is om met deze kinderen tot goed basisonderwijs te komen, hebben wij in huis als school.De gewone basisschool kan soms onvoldoende inspelen op de ondersteunings- en instructie-behoeften van kinderen met leer- en
omgangsproblemen. De oorzaken van de leer- en omgangsproblemen kunnen zeer
uiteenlopend zijn. Duidelijk is in ieder geval dat de opbouw en het leertempo op de basisschool te snel gaat.
In de basisschool lopen de prestaties in de schoolvakken t.o.v. de klasgenoten achter. Het kind doet zijn best, maar kan niet voldoen aan de eisen die de basisschool stelt. Kinderen worden hierdoor ontmoedigd, of verliezen de motivatie voor schoolwerk. Als gevolg hiervan kan een kind stiller of juist veel drukker worden. Het voelt zich onzeker en is minder ontspannen. Als een kind niet lekker meer in zijn vel zit, kan het contact met de eigen leerkracht of de kinderen uit de klas moeizamer verlopen. Er komen veel beschadigde kinderen binnen daarom is het belangrijk om rustig aan te beginnen en op te bouwen zodat de kinderen weer succes ervaringen krijgen. Een speciale aanpak, met een meer geleidelijke opbouw van de leerstof met veel oefenmomenten (kleine leer stapjes en veel herhaling) en meer persoonlijke begeleiding, is voor onze leerlingen noodzakelijk.
In de basisschool lopen de prestaties in de schoolvakken t.o.v. de klasgenoten achter. Het kind doet zijn best, maar kan niet voldoen aan de eisen die de basisschool stelt. Kinderen worden hierdoor ontmoedigd, of verliezen de motivatie voor schoolwerk. Als gevolg hiervan kan een kind stiller of juist veel drukker worden. Het voelt zich onzeker en is minder ontspannen. Als een kind niet lekker meer in zijn vel zit, kan het contact met de eigen leerkracht of de kinderen uit de klas moeizamer verlopen. Er komen veel beschadigde kinderen binnen daarom is het belangrijk om rustig aan te beginnen en op te bouwen zodat de kinderen weer succes ervaringen krijgen. Een speciale aanpak, met een meer geleidelijke opbouw van de leerstof met veel oefenmomenten (kleine leer stapjes en veel herhaling) en meer persoonlijke begeleiding, is voor onze leerlingen noodzakelijk.
De link naar onze presentatie
De gouden bijdrage
Geeft ieder kind de kansen die hij/zij verdient!