Ontstaan van het Daltononderwijs
Het Daltononderwijs is ontstaan tussen 1904 en 1921. De Amerikaanse lerares Helen Parkhurst (1887 tot 1973) is de stichter van dit onderwijs. Ze was pas achttien jaar toen ze begon met de oprichting hiervan.
Het Daltononderwijs heeft zich in drie fasen ontwikkeld.
Fase 1 (1904 tot 1905)
» Toen Parkhurst achttien jaar was, was ze lerares op een plattelandse eenmansschool in Waterville. Ze was nog maar pas klaar met haar middelbare school en had geen opleiding gevolg tot leerkracht en had geen ervaring in het onderwijs.
» De wijze van lesgeven van Parkhurst was anders dan die van vele andere leerkrachten in die tijd. De leerlingen hoefden niet de hele dag stil te zitten en te luisteren, maar ze mochten in groepjes werken. Ze mochten hun eigen taken in plannen en werken op hun eigen tempo.
Fase 2 (1910 tot 1912)
» Parkhurst had inmiddels een leerkrachtenopleiding afgerond en ze had enkele jaren ervaring als leerkracht.
» Op de school waar ze op dat moment werkte werd haar gevraagd om een klas van ongeveer veertig leerlingen
tussen de negen en veertien jaar te vernieuwen.
Dit gebeurde als volgt:
» Ieder vak kreeg een eigen vaklokaal en vakleerkracht, waar de leerlingen zich met de taken van dit vak bezig
hielden.
» De vaklokalen werken ingericht met materialen, boeken, naslagwerken en afbeeldingen aan de wanden.
» De vakleerkrachten maakten overzichtelijk te plannen taken van de voorgeschreven lesstof.
» In plaats van de schoolbanken die je in die tijd bij zoveel basisscholen zag, zorgde Parkhurst voor grote tafels die
het samenwerken en instructie binnen de groepen zouden bevorderen.
» Leerlingen leerden zelfstandig, ze konden aan het werk met hun eigen planning.
Fase 3 (1919 tot 1921)
» Parkhurst was aan het experimenteren met haar wijze van lesgeven in Dalton, Pitsburg en New York.
» Leerlingen werkten hier met graphs: tabellen waarop de leerlingen zelf hun voortgang bijhielden.
» Parkhurst schreef in deze periode enkele artikelen voor in The Times en ze schreef het boek Education on the Dalton Plan.
» In 1919 opende Parkhurst The Children's University School in New York. Een jaar later kreeg deze school de naam The Dalton School.
» Het Daltononderwijs werd in 1926 voor het eerst geïntroduceerd in Nederland.
Grondlegger
"Wat we nodig hebben in deze maatschappij zijn mensen zonder vrees. We hebben mensen nodig die initiatief durven te nemen en verantwoordelijkheid durven te dragen".
Dit is het hart van het Daltononderwijs. Als je dit terugziet in een school, is het een echte Daltonschool.
Op een Daltonschool zul je ook de volgende kenmerken zien:
» De leerlingen werken ook zonder toezicht zelfstandig.
» Het is belangrijk dat de leerkracht de leerlingen verantwoordelijkheid en vertrouwen geeft.
» De leerlingen durven initiatief te nemen.
Daltononderwijs in Nederland
Scholen die zich een Daltonschool willen noemen, worden regelmatig bezorgd door de Nederlandse Daltonvereniging (www.dalton.nl/daltononderwijs) en dan op enkele onderdelen getest.
Buiten de kenmerken van een Daltonschool zoals bij de paragraaf Grondlegger is beschreven, moet een Daltonschool ook voldoen aan drie pijlers:
1. Samenwerking
2. Zelfstandigheid
3. Vrijheid en gebondenheid
Hierover in de paragraaf Pijlers meer.
Het Daltononderwijs is ontstaan tussen 1904 en 1921. De Amerikaanse lerares Helen Parkhurst (1887 tot 1973) is de stichter van dit onderwijs. Ze was pas achttien jaar toen ze begon met de oprichting hiervan.
Het Daltononderwijs heeft zich in drie fasen ontwikkeld.
Fase 1 (1904 tot 1905)
» Toen Parkhurst achttien jaar was, was ze lerares op een plattelandse eenmansschool in Waterville. Ze was nog maar pas klaar met haar middelbare school en had geen opleiding gevolg tot leerkracht en had geen ervaring in het onderwijs.
» De wijze van lesgeven van Parkhurst was anders dan die van vele andere leerkrachten in die tijd. De leerlingen hoefden niet de hele dag stil te zitten en te luisteren, maar ze mochten in groepjes werken. Ze mochten hun eigen taken in plannen en werken op hun eigen tempo.
Fase 2 (1910 tot 1912)
» Parkhurst had inmiddels een leerkrachtenopleiding afgerond en ze had enkele jaren ervaring als leerkracht.
» Op de school waar ze op dat moment werkte werd haar gevraagd om een klas van ongeveer veertig leerlingen
tussen de negen en veertien jaar te vernieuwen.
Dit gebeurde als volgt:
» Ieder vak kreeg een eigen vaklokaal en vakleerkracht, waar de leerlingen zich met de taken van dit vak bezig
hielden.
» De vaklokalen werken ingericht met materialen, boeken, naslagwerken en afbeeldingen aan de wanden.
» De vakleerkrachten maakten overzichtelijk te plannen taken van de voorgeschreven lesstof.
» In plaats van de schoolbanken die je in die tijd bij zoveel basisscholen zag, zorgde Parkhurst voor grote tafels die
het samenwerken en instructie binnen de groepen zouden bevorderen.
» Leerlingen leerden zelfstandig, ze konden aan het werk met hun eigen planning.
Fase 3 (1919 tot 1921)
» Parkhurst was aan het experimenteren met haar wijze van lesgeven in Dalton, Pitsburg en New York.
» Leerlingen werkten hier met graphs: tabellen waarop de leerlingen zelf hun voortgang bijhielden.
» Parkhurst schreef in deze periode enkele artikelen voor in The Times en ze schreef het boek Education on the Dalton Plan.
» In 1919 opende Parkhurst The Children's University School in New York. Een jaar later kreeg deze school de naam The Dalton School.
» Het Daltononderwijs werd in 1926 voor het eerst geïntroduceerd in Nederland.
Grondlegger
"Wat we nodig hebben in deze maatschappij zijn mensen zonder vrees. We hebben mensen nodig die initiatief durven te nemen en verantwoordelijkheid durven te dragen".
Dit is het hart van het Daltononderwijs. Als je dit terugziet in een school, is het een echte Daltonschool.
Op een Daltonschool zul je ook de volgende kenmerken zien:
» De leerlingen werken ook zonder toezicht zelfstandig.
» Het is belangrijk dat de leerkracht de leerlingen verantwoordelijkheid en vertrouwen geeft.
» De leerlingen durven initiatief te nemen.
Daltononderwijs in Nederland
Scholen die zich een Daltonschool willen noemen, worden regelmatig bezorgd door de Nederlandse Daltonvereniging (www.dalton.nl/daltononderwijs) en dan op enkele onderdelen getest.
Buiten de kenmerken van een Daltonschool zoals bij de paragraaf Grondlegger is beschreven, moet een Daltonschool ook voldoen aan drie pijlers:
1. Samenwerking
2. Zelfstandigheid
3. Vrijheid en gebondenheid
Hierover in de paragraaf Pijlers meer.
Pijlers
Van pijlers mag niet afgeweken worden, maar de accenten mogen worden
verlegd. Daarom zijn alle Daltonscholen toch weer verschillend.
De door Parkhurst opgestelde pijlers luiden als volgt:
Pijler 1: Samenwerking
» Leerlingen kunnen van elkaar leren, elkaar helpen, stimuleren en beïnvloeden.
» Alle leerlingen moeten met elkaar kunnen samenwerken in verschillende werkvormen, zodat er respect en inlevingsvermogen ontstaat.
Pijler 2: Zelfstandigheid
» Leerlingen moeten een vrij hoge mate van zelfstandigheid hebben, omdat ze veel vrijheid krijgen in het tempo van leren, plannen en uitvoeren zonder veel sturing van een leerkracht.
» Naarmate de leerlingen ouder worden, wordt ook de keuzevrijheid groter en gecompliceerder, aangepast aan het niveau van de leerling.
Pijler 3: Vrijheid en gebondenheid
» De leerlingen zijn vrij in het maken van keuzes, maar hierin geef de leerkracht wel structuur. Vrijheid is iets anders dan structuurloosheid.
» De leerlingen moeten zelf structuur aanbrengen en beslissingen nemen: "Wat doe ik eerst? Wanneer vraag ik om hulp? Wanneer werk ik samen?"
» Taken van de leerkracht en leerlingen:
» Leerkracht: grenzen stellen en de leerlingen stap voor stap dingen eigen laten maken.
» Leerlingen: verantwoordelijkheid voor eigen werk.
Hoe gaat het te werk?
Werklessen
» In werklessen werken de leerlingen zelfstandig. Tijdens de eerste werkles plannen de leerlingen op hun weektaak waar zij die week aan willen werken. De leerkracht controleert of hun doelen haalbaar zijn. Vervolgens beginnen ze hieraan. Wat ze klaar hebben wordt afgetekend.
» Iedere leerling krijgt de vrijheid om te plannen en initiatief te tonen. Dit bevorderd het gevoel van verantwoordelijkheid.
» Als de leerlingen hun taken af hebben, is er ruimte voor keuzevakken, zoals een excursie, gastspreker of workshop.
» Tijdens de werklessen wordt op veel Daltonscholen gebruikgemaakt van het stoplicht en het vragenblok of varianten hierop. Op de school "Het Ottertje" wordt gebruikgemaakt van ottertjes. Als de leerlingen op de gang werken krijgen ze een ottertje mee, zodra deze wordt afgenomen omdat zij zich niet aan de regels houden op de gang, mogen zij niet meer op de gang werken.
Plannen
» Vanaf de kleuters beginnen de leerlingen al met plannen.
Instructiemomenten
Er zijn verschillende momenten van instructie waar leerlingen aan moeten of mogen deelnemen.
» Gezamenlijke instructiemomenten: deze zijn verplicht voor de hele klas.
» Instructietafel: verplicht voor de leerlingen die extra instructie nodig hebben.
» Instructie in tweetallen: als de leerkracht niet in staat is vragen te beantwoorden, mogen de leerlingen elkaar helpen. De leerlingen weten, dat als ze elkaar uitleg kunnen geven, ze de stof goed beheersen.
Zelfstandig werken
» Het Daltononderwijs wil zorgen voor zelfstandige mensen, die weten hoe je zelfstandig kunt denken en handelen, hoe je informatie vergaart en hoe je keuzes maakt.
» Door de leerkracht wordt bekeken wat iedere leerling nodig heeft om iets te kunnen leren. De leerkracht is telkens bezig met het schakelen tussen begeleiding en coachen van de leerlingen.
Verschil tussen Daltononderwijs en regulier onderwijs
Is het jou ook opgevallen dat het Daltononderwijs wel erg veel op het regulier onderwijl lijkt?
» Dit komt doordat veel reguliere scholen dingen uit het Daltononderwijs in hun eigen onderwijs verwerkt hebben. Maar niet alleen van het Daltononderwijs, het regulier onderwijs neemt ook aspecten van bijvoorbeeld het Montessori Onderwijs en het Jenaplan Onderwijs over.
» Bij het Daltononderwijs is het de bedoeling dat de leerkracht een stapje terug doet, en de leerling eerst zelf laat nadenken voordat de leerkracht helpt. De leerlingen moeten eerst zelf nadenken, hun vraag dan aan hun maatje stellen en mocht het nodig zijn als laatste aan de leerkracht.
Wist u dat ... ?
» De leerlingen iedere week doelen mogen stellen waar ze aan willen werken?
» De leerlingen veel vrijheid hebben, maar dit wel tussen de kaders blijft die door de leerkracht worden aangegeven?
» Sommige Daltonscholen een "Trotsbord" hebben, waarop de leerlingen dingen mogen hangen waar ze trots op zijn?
» Ook op de Daltonscholen gewerkt wordt met de taken, waar steeds andere leerlingen een aantal dagen voor moeten zorgen?
» Er ook Daltonscholen zijn voor het middelbaar onderwijs? Dit zijn achttien scholen in Nederland.
Van pijlers mag niet afgeweken worden, maar de accenten mogen worden
verlegd. Daarom zijn alle Daltonscholen toch weer verschillend.
De door Parkhurst opgestelde pijlers luiden als volgt:
Pijler 1: Samenwerking
» Leerlingen kunnen van elkaar leren, elkaar helpen, stimuleren en beïnvloeden.
» Alle leerlingen moeten met elkaar kunnen samenwerken in verschillende werkvormen, zodat er respect en inlevingsvermogen ontstaat.
Pijler 2: Zelfstandigheid
» Leerlingen moeten een vrij hoge mate van zelfstandigheid hebben, omdat ze veel vrijheid krijgen in het tempo van leren, plannen en uitvoeren zonder veel sturing van een leerkracht.
» Naarmate de leerlingen ouder worden, wordt ook de keuzevrijheid groter en gecompliceerder, aangepast aan het niveau van de leerling.
Pijler 3: Vrijheid en gebondenheid
» De leerlingen zijn vrij in het maken van keuzes, maar hierin geef de leerkracht wel structuur. Vrijheid is iets anders dan structuurloosheid.
» De leerlingen moeten zelf structuur aanbrengen en beslissingen nemen: "Wat doe ik eerst? Wanneer vraag ik om hulp? Wanneer werk ik samen?"
» Taken van de leerkracht en leerlingen:
» Leerkracht: grenzen stellen en de leerlingen stap voor stap dingen eigen laten maken.
» Leerlingen: verantwoordelijkheid voor eigen werk.
Hoe gaat het te werk?
Werklessen
» In werklessen werken de leerlingen zelfstandig. Tijdens de eerste werkles plannen de leerlingen op hun weektaak waar zij die week aan willen werken. De leerkracht controleert of hun doelen haalbaar zijn. Vervolgens beginnen ze hieraan. Wat ze klaar hebben wordt afgetekend.
» Iedere leerling krijgt de vrijheid om te plannen en initiatief te tonen. Dit bevorderd het gevoel van verantwoordelijkheid.
» Als de leerlingen hun taken af hebben, is er ruimte voor keuzevakken, zoals een excursie, gastspreker of workshop.
» Tijdens de werklessen wordt op veel Daltonscholen gebruikgemaakt van het stoplicht en het vragenblok of varianten hierop. Op de school "Het Ottertje" wordt gebruikgemaakt van ottertjes. Als de leerlingen op de gang werken krijgen ze een ottertje mee, zodra deze wordt afgenomen omdat zij zich niet aan de regels houden op de gang, mogen zij niet meer op de gang werken.
Plannen
» Vanaf de kleuters beginnen de leerlingen al met plannen.
Instructiemomenten
Er zijn verschillende momenten van instructie waar leerlingen aan moeten of mogen deelnemen.
» Gezamenlijke instructiemomenten: deze zijn verplicht voor de hele klas.
» Instructietafel: verplicht voor de leerlingen die extra instructie nodig hebben.
» Instructie in tweetallen: als de leerkracht niet in staat is vragen te beantwoorden, mogen de leerlingen elkaar helpen. De leerlingen weten, dat als ze elkaar uitleg kunnen geven, ze de stof goed beheersen.
Zelfstandig werken
» Het Daltononderwijs wil zorgen voor zelfstandige mensen, die weten hoe je zelfstandig kunt denken en handelen, hoe je informatie vergaart en hoe je keuzes maakt.
» Door de leerkracht wordt bekeken wat iedere leerling nodig heeft om iets te kunnen leren. De leerkracht is telkens bezig met het schakelen tussen begeleiding en coachen van de leerlingen.
Verschil tussen Daltononderwijs en regulier onderwijs
Is het jou ook opgevallen dat het Daltononderwijs wel erg veel op het regulier onderwijl lijkt?
» Dit komt doordat veel reguliere scholen dingen uit het Daltononderwijs in hun eigen onderwijs verwerkt hebben. Maar niet alleen van het Daltononderwijs, het regulier onderwijs neemt ook aspecten van bijvoorbeeld het Montessori Onderwijs en het Jenaplan Onderwijs over.
» Bij het Daltononderwijs is het de bedoeling dat de leerkracht een stapje terug doet, en de leerling eerst zelf laat nadenken voordat de leerkracht helpt. De leerlingen moeten eerst zelf nadenken, hun vraag dan aan hun maatje stellen en mocht het nodig zijn als laatste aan de leerkracht.
Wist u dat ... ?
» De leerlingen iedere week doelen mogen stellen waar ze aan willen werken?
» De leerlingen veel vrijheid hebben, maar dit wel tussen de kaders blijft die door de leerkracht worden aangegeven?
» Sommige Daltonscholen een "Trotsbord" hebben, waarop de leerlingen dingen mogen hangen waar ze trots op zijn?
» Ook op de Daltonscholen gewerkt wordt met de taken, waar steeds andere leerlingen een aantal dagen voor moeten zorgen?
» Er ook Daltonscholen zijn voor het middelbaar onderwijs? Dit zijn achttien scholen in Nederland.
|
|