Hoe is het Freinetonderwijs ontstaan?
Celestin Freinet merkte op de school waar hij les gaf dat de leerlingen ongemotiveerd in de les zaten. De leerlingen waren wel leergierig, maar hadden geen enkele interesse inschoolboeken. Om die reden ging Freinet met ze op pad, liet ze verslagen maken (teksten, kranten) en creëerde op deze manier een vorm van onderwijs dat uit zinvol en handelend leren in coöperatief overleg bestond. School werd niet alleen een plaats waar lesstof aangeboden werd, maar vooral waar kennis werd uitgewisseld. Deze visie van Freinet komt mooi terug in het volgende citaat van hem: "Niemand doet graag dingen waarbij hij niet persoonlijk betrokken is en waarvan hem de zinvolheid en de betekenis ontgaat".
Celestin Freinet merkte op de school waar hij les gaf dat de leerlingen ongemotiveerd in de les zaten. De leerlingen waren wel leergierig, maar hadden geen enkele interesse inschoolboeken. Om die reden ging Freinet met ze op pad, liet ze verslagen maken (teksten, kranten) en creëerde op deze manier een vorm van onderwijs dat uit zinvol en handelend leren in coöperatief overleg bestond. School werd niet alleen een plaats waar lesstof aangeboden werd, maar vooral waar kennis werd uitgewisseld. Deze visie van Freinet komt mooi terug in het volgende citaat van hem: "Niemand doet graag dingen waarbij hij niet persoonlijk betrokken is en waarvan hem de zinvolheid en de betekenis ontgaat".
Kenmerken en uitgangspunten van het Freinetonderwijs
Deze visie van Freinet heeft uiteindelijk geleid tot het Freinetonderwijs. In Nederland ondstonden vanaf 1950 Freinetscholen. Er zijn in Nederland nog maar weinig scholen die de visie van Freinet in hun onderwijsaanbod terug laten komen. Nu is natuurlijk de vraag wat de kenmerken en uitgangspunten zijn van dit onderwijs.
Als we kijken naar verschillende freinetscholen is geen enkele school hetzelfde. Toch zijn er enkele overeenkomsten en die zitten in de volgende uitgangspunten:
§ De ervaringen en belevingen van de leerlingen vormen een vertrekpunt van het onderwijs, waarbij de leerkracht en de groep ervoor zorgen dat er zinvol gewerkt wordt;
Een van de belangrijkste kenmerken is dat dit onderwijs dus niet plaatsvindt aan vaste methodes, maar vertrekt vanuit de ervaringen en belevingen die de leerlingen op doen. Dit kunnen ervaringen en belevingen zijn buiten school maar ook binnen school. De leraar en de groep zorgen er samen voor dat hier zinvol mee gewerkt kan worden. Oftewel: dat de leerlingen het nut inzien van de 'opdracht'/les.
§ Leren is experimenteel zoeken en ontdekken;
Deze ervaringen en belevingen doen de leerlingen op nadat ze proefondervindelijk zoeken en leren.
Het kind gaat nu gemotiveerd aan het werk, omdat het zelf mee kan kiezen wat hij wil doen. Het kind wordt serieus genomen.
§ Het werk van de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvol verband;
Bij het freinetonderwijs is het zo dat ze vaak werken vanuit de kring. Op deze manier kunnen ze samen hun ervaringen en belevingen uitwisselen. Wat je leert deel je dus met elkaar. Op deze manier krijg je de mogelijkheid dat je leerlingen in groepjes naar verschillende dingen kan laten onderzoeken; wat vinden zij het meest interessant? Het kind gaat nu gemotiveerd aan het werk, omdat het zelf mee kan kiezen wat hij wil doen. Het kind wordt serieus genomen.
§ De opvoeding op school vindt plaats in democratisch/coöperatief overleg;
In een Freinetschool is dus een coöperatieve leef- en werkgemeenschap waar leerlingen, leerkrachten en ook de ouders serieus worden genomen en dus samen de verantwoordelijkheid dragen. Het schoolteam zelf handelt hoofdzakelijk als een collectief. Er is wel een schoolleider, maar in feiten zijn de verantwoordelijkheden over het hele team verdeeld, deze sluiten aan bij ieders kwaliteiten.
Deze visie van Freinet heeft uiteindelijk geleid tot het Freinetonderwijs. In Nederland ondstonden vanaf 1950 Freinetscholen. Er zijn in Nederland nog maar weinig scholen die de visie van Freinet in hun onderwijsaanbod terug laten komen. Nu is natuurlijk de vraag wat de kenmerken en uitgangspunten zijn van dit onderwijs.
Als we kijken naar verschillende freinetscholen is geen enkele school hetzelfde. Toch zijn er enkele overeenkomsten en die zitten in de volgende uitgangspunten:
§ De ervaringen en belevingen van de leerlingen vormen een vertrekpunt van het onderwijs, waarbij de leerkracht en de groep ervoor zorgen dat er zinvol gewerkt wordt;
Een van de belangrijkste kenmerken is dat dit onderwijs dus niet plaatsvindt aan vaste methodes, maar vertrekt vanuit de ervaringen en belevingen die de leerlingen op doen. Dit kunnen ervaringen en belevingen zijn buiten school maar ook binnen school. De leraar en de groep zorgen er samen voor dat hier zinvol mee gewerkt kan worden. Oftewel: dat de leerlingen het nut inzien van de 'opdracht'/les.
§ Leren is experimenteel zoeken en ontdekken;
Deze ervaringen en belevingen doen de leerlingen op nadat ze proefondervindelijk zoeken en leren.
Het kind gaat nu gemotiveerd aan het werk, omdat het zelf mee kan kiezen wat hij wil doen. Het kind wordt serieus genomen.
§ Het werk van de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvol verband;
Bij het freinetonderwijs is het zo dat ze vaak werken vanuit de kring. Op deze manier kunnen ze samen hun ervaringen en belevingen uitwisselen. Wat je leert deel je dus met elkaar. Op deze manier krijg je de mogelijkheid dat je leerlingen in groepjes naar verschillende dingen kan laten onderzoeken; wat vinden zij het meest interessant? Het kind gaat nu gemotiveerd aan het werk, omdat het zelf mee kan kiezen wat hij wil doen. Het kind wordt serieus genomen.
§ De opvoeding op school vindt plaats in democratisch/coöperatief overleg;
In een Freinetschool is dus een coöperatieve leef- en werkgemeenschap waar leerlingen, leerkrachten en ook de ouders serieus worden genomen en dus samen de verantwoordelijkheid dragen. Het schoolteam zelf handelt hoofdzakelijk als een collectief. Er is wel een schoolleider, maar in feiten zijn de verantwoordelijkheden over het hele team verdeeld, deze sluiten aan bij ieders kwaliteiten.
Hoe gaat dat dan in de praktijk?
'S morgens beginnen de meeste groepen in een kring. Er worden ervaringen uitgewisseld en zelfgemaakte teksten voorgelezen, dit hangt af van welke kring het is.
Verschillende kringen
Om deze manier van onderwijs te verduidelijken hebben wij een voorbeeld van hoe het in de Praktijk kan gaan. Bij de conferentie hebben wij bij de marktronde gezeten van de freinetschool De Regenboog in Malden. Hiervan hebben we ook het volgende voorbeeld. Zo'n situatie kan verschillend aflopen. Er kan een onderzoekje gestart worden naar de schrijfwijze van de achternamen van de leerlingen in de klas. Of er kunnen ook leerlingen op zoek gaan naar nog meer rare woorden, zinnen en jaartallen op verpakking. Wat het vervolg ook mag zijn, het vraagt veel vaardigheden en kennis van de leerkracht om op de juiste manier om te gaan met de ervaringen van leerlingen.
Klassendagboek:
Dit bestaat vaak uit een grote map, waarin elke dag (belangrijke) gebeurtenissen uit de groep laten zien door middel van teksten, tekeningen, foto's. Het is echt een persoonlijk boek van de klas. Als een leerling iets in het dagboek wil hebben, kan hij of zij dit aan de kinderen geven die die dag voor het boek zorgen. In de onderbouw wordt dit dagboek bijgehouden door de juf of meester. Hij of zij overlegd dan aan het eind van de dag in de kring wat er in moeten komen te staan.
Een klassenkrant houdt ook in dat ze opschrijven wat er gaande is in de groep, maar ook wat de leerlingen in hun vrije tijd beleven.
Muurkrant:
De muurkrant is een krant die op het bord hangt. Naast felcitaties over presetaties van anderen bevat de muurkrant ook klachten en problemen die besproken dienen te worden. Dat gebeurt met naam, zodat er geen geruchten- en roddelcircuit ontstaat.
Klassenvergadering:
In deze vergadering organiseren de leerlingen en de leraar het dagelijkse werk in de klas. Leerlingen hebben hier dus best wat invloed op.
'S morgens beginnen de meeste groepen in een kring. Er worden ervaringen uitgewisseld en zelfgemaakte teksten voorgelezen, dit hangt af van welke kring het is.
Verschillende kringen
Om deze manier van onderwijs te verduidelijken hebben wij een voorbeeld van hoe het in de Praktijk kan gaan. Bij de conferentie hebben wij bij de marktronde gezeten van de freinetschool De Regenboog in Malden. Hiervan hebben we ook het volgende voorbeeld. Zo'n situatie kan verschillend aflopen. Er kan een onderzoekje gestart worden naar de schrijfwijze van de achternamen van de leerlingen in de klas. Of er kunnen ook leerlingen op zoek gaan naar nog meer rare woorden, zinnen en jaartallen op verpakking. Wat het vervolg ook mag zijn, het vraagt veel vaardigheden en kennis van de leerkracht om op de juiste manier om te gaan met de ervaringen van leerlingen.
Klassendagboek:
Dit bestaat vaak uit een grote map, waarin elke dag (belangrijke) gebeurtenissen uit de groep laten zien door middel van teksten, tekeningen, foto's. Het is echt een persoonlijk boek van de klas. Als een leerling iets in het dagboek wil hebben, kan hij of zij dit aan de kinderen geven die die dag voor het boek zorgen. In de onderbouw wordt dit dagboek bijgehouden door de juf of meester. Hij of zij overlegd dan aan het eind van de dag in de kring wat er in moeten komen te staan.
Een klassenkrant houdt ook in dat ze opschrijven wat er gaande is in de groep, maar ook wat de leerlingen in hun vrije tijd beleven.
Muurkrant:
De muurkrant is een krant die op het bord hangt. Naast felcitaties over presetaties van anderen bevat de muurkrant ook klachten en problemen die besproken dienen te worden. Dat gebeurt met naam, zodat er geen geruchten- en roddelcircuit ontstaat.
Klassenvergadering:
In deze vergadering organiseren de leerlingen en de leraar het dagelijkse werk in de klas. Leerlingen hebben hier dus best wat invloed op.
Klasseninrichting
Om al deze verschillende manieren van onderwijs te kunnen uitvoeren moeten de scholen natuurlijk ook een ruimte creëren die voldoende uitdaging en ruimte moet bieden. De school de Regenboog laat ook op een ander vlak zien dat het duidelijk aansluit bij het Freinetonderwijs. Volgens Freinet moeten ze op een zinvolle manier onderzoekend leren. Telkens in je klas werken zal niet voor voldoende onderzoek leiden. Op de Regenboog hebben zij genoeg plek voor voldoende uitdaging en ontplooien op brede gebieden. Zo is er is in iedere klas een werkbank, een schooltuin, een digibord en een kookgelegenheid. Er zijn rustige werkplekken (verschillende hoeken) en plekken waar je fijn samen kunt werken. Iedere klas heeft een zoldertje met daarop extra werk-, knutsel-en speelruimte voor de leerlingen. Verder zijn er kasten met een techniekaanbod en een mediatheek. Er is dus genoeg ruimte om op verschillende vlakken zinvol en onderzoekend te leren. Voorbeeld jongen: Zo vertelde ze ook dat er een keer een jongen was die zich afvroeg hoe hij een juiste houten bank kon maken. Dit mocht hij onderzoeken met twee vrienden en dit kon dus prima bij de werkbank. In de meeste freinetscholen zie je als je binnenloopt overal groepjes leerlingen bezig in hoeken van lokalen, op de gang, maar ook buiten.
Bovendien is het zo dat bij de bouw van een school rekening wordt gehouden met of er voldoende natuurlijk milieu om de school aanwezig is. Het is bij een freinetschool van belang dat de leerlingen de ervaringen kunnen opdoen en daarvoor is voldoende natuurlijk milieu nodig.
Met genoeg plankruimte wordt bedoeld dat er genoeg plekken zijn waarop leerlingen hun werkjes kunnen laten zien aan andere leerlingen. Er moet voldoende ruimte zijn om hun werkjes dus daadwerkelijk te kunnen presenteren. Klaslokalen hangen er ook vol mee op een freinetschool.
Er wordt tegenwoordig op deze scholen royaal gewerkt met moderne media, van video-camera's tot notebooks. Deze ICTmiddelen vormen nu ook een belangrijk aandeel in het leven van de leerlingen. Hierop inspelen is dus van belang. Ze moeten zich hierin ook verder kunnen ontwikkelen.
In een Freinetschool komen verschillende groeperingsvormen voor, meestal van twee of meer leerjaren. De samenstelling ervan gebeurt in overleg met elkaar, leraar, leerlingen en ouders.
Om al deze verschillende manieren van onderwijs te kunnen uitvoeren moeten de scholen natuurlijk ook een ruimte creëren die voldoende uitdaging en ruimte moet bieden. De school de Regenboog laat ook op een ander vlak zien dat het duidelijk aansluit bij het Freinetonderwijs. Volgens Freinet moeten ze op een zinvolle manier onderzoekend leren. Telkens in je klas werken zal niet voor voldoende onderzoek leiden. Op de Regenboog hebben zij genoeg plek voor voldoende uitdaging en ontplooien op brede gebieden. Zo is er is in iedere klas een werkbank, een schooltuin, een digibord en een kookgelegenheid. Er zijn rustige werkplekken (verschillende hoeken) en plekken waar je fijn samen kunt werken. Iedere klas heeft een zoldertje met daarop extra werk-, knutsel-en speelruimte voor de leerlingen. Verder zijn er kasten met een techniekaanbod en een mediatheek. Er is dus genoeg ruimte om op verschillende vlakken zinvol en onderzoekend te leren. Voorbeeld jongen: Zo vertelde ze ook dat er een keer een jongen was die zich afvroeg hoe hij een juiste houten bank kon maken. Dit mocht hij onderzoeken met twee vrienden en dit kon dus prima bij de werkbank. In de meeste freinetscholen zie je als je binnenloopt overal groepjes leerlingen bezig in hoeken van lokalen, op de gang, maar ook buiten.
Bovendien is het zo dat bij de bouw van een school rekening wordt gehouden met of er voldoende natuurlijk milieu om de school aanwezig is. Het is bij een freinetschool van belang dat de leerlingen de ervaringen kunnen opdoen en daarvoor is voldoende natuurlijk milieu nodig.
Met genoeg plankruimte wordt bedoeld dat er genoeg plekken zijn waarop leerlingen hun werkjes kunnen laten zien aan andere leerlingen. Er moet voldoende ruimte zijn om hun werkjes dus daadwerkelijk te kunnen presenteren. Klaslokalen hangen er ook vol mee op een freinetschool.
Er wordt tegenwoordig op deze scholen royaal gewerkt met moderne media, van video-camera's tot notebooks. Deze ICTmiddelen vormen nu ook een belangrijk aandeel in het leven van de leerlingen. Hierop inspelen is dus van belang. Ze moeten zich hierin ook verder kunnen ontwikkelen.
In een Freinetschool komen verschillende groeperingsvormen voor, meestal van twee of meer leerjaren. De samenstelling ervan gebeurt in overleg met elkaar, leraar, leerlingen en ouders.
Waarom is het krachtig onderwijs?
Krachtig onderwijs maakt betrokken leerlingen. Hoe zien we dit dan terug bij het Freinetonderwijs? Ten eerste is het zo dat de leerlingen de werkelijkheid onderzoeken in en buiten de school. Ze bouwen kennis op en vergroten hun inzicht door uit te proberen, te onderzoeken, te ervaren, te lezen, na te denken en met de groep van gedachten te wisselen. Deze manier van werken stelt het kind in staat om de opgedane kennis en ervaringen beter op te slaan, te verwerken, toe te passen en uit te breiden. Deze manier van onderzoeken maakt het direct ook realistisch: het echt doen en ervaren is bij Freinet een belangrijk uitgangspunt. Bij het freinet onderwijs is het ook van belang dat de leerlingen in coöperatief overleg dingen beslissen. Bij bepaalde opdrachten, zoals in de voorbeelden hierboven wordt coöperatief en dus ook interactief gewerkt. De leerlingen gaan in groepjes op onderzoek en wisselen hierbij ideeën uit. Bovendien is het ook zo dat het leren voor de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvol verband. Ook dit sluit aan bij krachtig onderwijs, want wanneer de leerlingen de zin van het leren begrijpen, zal hun betrokkenheid velen malen groter zijn. Ook het grote initiatief en medezeggenschap dat de leerlingen bij het Freinet onderwijs hebben, draagt bij aan de betrokkenheid. Ze mogen zelf hun inbreng geven en dit kan ook leiden tot een onderzoek als er genoeg te onderzoeken valt, zoals bij het hagelslagpak van het meisje.
Of bijvoorbeeld bij het vak rekenen: Naast het werken met de rekenmethode Wereld in Getallen, gebruiken we zo vaak mogelijk realistische rekenervaringen van kinderen, we noemen dit ’Levend rekenen’.
Krachtig onderwijs maakt betrokken leerlingen. Hoe zien we dit dan terug bij het Freinetonderwijs? Ten eerste is het zo dat de leerlingen de werkelijkheid onderzoeken in en buiten de school. Ze bouwen kennis op en vergroten hun inzicht door uit te proberen, te onderzoeken, te ervaren, te lezen, na te denken en met de groep van gedachten te wisselen. Deze manier van werken stelt het kind in staat om de opgedane kennis en ervaringen beter op te slaan, te verwerken, toe te passen en uit te breiden. Deze manier van onderzoeken maakt het direct ook realistisch: het echt doen en ervaren is bij Freinet een belangrijk uitgangspunt. Bij het freinet onderwijs is het ook van belang dat de leerlingen in coöperatief overleg dingen beslissen. Bij bepaalde opdrachten, zoals in de voorbeelden hierboven wordt coöperatief en dus ook interactief gewerkt. De leerlingen gaan in groepjes op onderzoek en wisselen hierbij ideeën uit. Bovendien is het ook zo dat het leren voor de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvol verband. Ook dit sluit aan bij krachtig onderwijs, want wanneer de leerlingen de zin van het leren begrijpen, zal hun betrokkenheid velen malen groter zijn. Ook het grote initiatief en medezeggenschap dat de leerlingen bij het Freinet onderwijs hebben, draagt bij aan de betrokkenheid. Ze mogen zelf hun inbreng geven en dit kan ook leiden tot een onderzoek als er genoeg te onderzoeken valt, zoals bij het hagelslagpak van het meisje.
Of bijvoorbeeld bij het vak rekenen: Naast het werken met de rekenmethode Wereld in Getallen, gebruiken we zo vaak mogelijk realistische rekenervaringen van kinderen, we noemen dit ’Levend rekenen’.
Gouden bijdrage
Wij denken dat het reguliere onderwijs zeker enkele kenmerken van het Freinetonderwijs kan overnemen. Zo denken wij dat scholen in het reguliere onderwijs meer kunnen inspelen op de interesses van de leerlingen zelf. De leerlingen worden nauwelijks betrokken bij de lessen en volgen daarbij vaak wat de leerkracht van ze verwacht. Door meer initiatief bij de leerlingen te leggen zullen zij zich meer uitgedaagd voelen en zal de betrokkenheid verhoogd worden. Bij het freinetonderwijs zie je dit initiatief duidelijk terugkomen. Laat ze bijvoorbeeld zelf een keer komen met een leuk onderzoek in plaats de standaardonderzoeken. Zo voelen de leerlingen zich ook gehoord -> dingen die zij bedenken worden ook echt uitgevoerd.
Ook het echte ervaren wordt te weinig gedaan in de basisscholen. In plaats van de vraag te stellen: hoe ziet een boom eruit, laat je de leerlingen in de natuur ervaren hoe een boom eruit ziet. Deze ervaringen zullen ook de betrokkenheid van de leerlingen vergroten. Dit kan natuurlijk niet bij ieder onderwerp, maar vaak wordt het ook vergeten bij onderwerpen waarbij je wel de ervaring met de leerlingen kan opdoen.
Wij denken dat het reguliere onderwijs zeker enkele kenmerken van het Freinetonderwijs kan overnemen. Zo denken wij dat scholen in het reguliere onderwijs meer kunnen inspelen op de interesses van de leerlingen zelf. De leerlingen worden nauwelijks betrokken bij de lessen en volgen daarbij vaak wat de leerkracht van ze verwacht. Door meer initiatief bij de leerlingen te leggen zullen zij zich meer uitgedaagd voelen en zal de betrokkenheid verhoogd worden. Bij het freinetonderwijs zie je dit initiatief duidelijk terugkomen. Laat ze bijvoorbeeld zelf een keer komen met een leuk onderzoek in plaats de standaardonderzoeken. Zo voelen de leerlingen zich ook gehoord -> dingen die zij bedenken worden ook echt uitgevoerd.
Ook het echte ervaren wordt te weinig gedaan in de basisscholen. In plaats van de vraag te stellen: hoe ziet een boom eruit, laat je de leerlingen in de natuur ervaren hoe een boom eruit ziet. Deze ervaringen zullen ook de betrokkenheid van de leerlingen vergroten. Dit kan natuurlijk niet bij ieder onderwerp, maar vaak wordt het ook vergeten bij onderwerpen waarbij je wel de ervaring met de leerlingen kan opdoen.